
Op 10 januari 2025 heeft de rechtbank Den Haag geoordeeld dat het beslag dat een schuldeiser had gelegd op de privérekening van een notaris onrechtmatig was. De zaak draaide om de vraag of een notaris de uitbetaling van een executieopbrengst mag opschorten wanneer een schuldeiser weigert zich te identificeren in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).
Achtergrond van de zaak
De zaak ontstond nadat een woning executoriaal was verkocht door een hypotheekhouder. De verkoopopbrengst werd, zoals gebruikelijk, door de betrokken notaris beheerd op een speciale kwaliteitsrekening. Dit is een rekening waarop een notaris gelden beheert die aan derden toebehoren, en die strikt gescheiden is van zijn eigen vermogen.
Eén van de schuldeisers van de voormalige woningeigenaar had beslag gelegd op de woning en had op basis daarvan recht op een deel van de executieopbrengst. De notaris wilde de uitbetaling echter pas uitvoeren nadat de schuldeiser zich had geïdentificeerd en bepaalde verklaringen had afgegeven, zoals een PEP- en UBO-verklaring.
De schuldeiser weigerde dit, met als argument dat hij geen cliënt was van de notaris en dat er daarom geen verplichting bestond om zich te identificeren. Vervolgens legde hij beslag op de privérekening van de notaris, omdat deze weigerde tot betaling over te gaan.
Dit leidde tot een kort geding waarin de notaris eiste dat het beslag op zijn privévermogen werd opgeheven en dat de schuldeiser werd verboden opnieuw beslag te leggen.
Wat is de Wwft en waarom speelde deze een rol?
De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) is een Nederlandse wet die notarissen, banken en andere financiële instellingen verplicht om cliënten te identificeren en te controleren om financiële criminaliteit te voorkomen.
Een belangrijk onderdeel van deze wet is het cliëntenonderzoek, waarbij instellingen moeten vaststellen wie hun cliënten zijn en of er risico’s bestaan op witwassen of financiering van terrorisme. Notarissen vallen onder deze wet en moeten in bepaalde situaties verplicht onderzoek doen naar de identiteit en achtergrond van een begunstigde partij.
In deze zaak stelde de notaris dat hij op grond van de Wwft verplicht was de schuldeiser te onderwerpen aan een cliëntenonderzoek, inclusief de verificatie van diens identiteit en de herkomst van de middelen. Pas na voltooiing van dit onderzoek zou de notaris de gelden mogen uitbetalen.
De schuldeiser stelde echter dat de Wwft in dit geval niet van toepassing was, omdat hij geen directe cliënt was van de notaris. Hij had immers geen opdracht gegeven aan de notaris en was slechts schuldeiser in een executieprocedure. Volgens hem was de notaris daarom niet gerechtigd om een cliëntenonderzoek te eisen en dus ook niet om de uitbetaling op te schorten. Dit juridische geschil vormde de kern van de zaak.
Uitspraak van de rechtbank Den Haag
De rechtbank moest zich buigen over twee hoofdvragen:
- Had de notaris het recht om de uitbetaling op te schorten op basis van de Wwft?
- Was het beslag op de privérekening van de notaris rechtmatig?
De voorzieningenrechter oordeelde dat het eerste vraagstuk te complex was om in een kort geding te beslechten. Er bestaat binnen de juridische beroepsgroepen (zoals de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en de Koninklijke Beroepsvereniging voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG)) geen eenduidig standpunt over de toepassing van de Wwft in dit soort situaties.
Daarom stelde de rechter dat het aan de beroepsorganisaties en toezichthouder Bureau Financieel Toezicht (BFT) is om hierover duidelijkheid te verschaffen. Tot die tijd mocht de notaris de uitbetaling opschorten zonder dat dit onrechtmatig was.
Het tweede vraagstuk werd wél direct beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de schuldeiser geen recht had om beslag te leggen op de privérekening van de notaris. Dit werd als misbruik van recht aangemerkt, omdat de schuldeiser slechts recht had op een deel van de executieopbrengst en niet op het privévermogen van de notaris.
Op basis hiervan:
- Werd het beslag op de privérekening van de notaris opgeheven.
- Kreeg de schuldeiser een verbod om opnieuw beslag te leggen op het privévermogen van de notaris.
- Moest de schuldeiser de proceskosten betalen.
Gevolgen van deze uitspraak
Deze uitspraak heeft belangrijke gevolgen voor zowel notarissen als schuldeisers in executieprocedures:
- Notarissen mogen voorzichtig blijven met uitbetalingen als er onduidelijkheid is over de toepassing van de Wwft. De rechtbank heeft aangegeven dat dit een juridisch complex vraagstuk is dat door beroepsorganisaties en toezichthouders moet worden verduidelijkt.
- Schuldeisers kunnen niet zomaar beslag leggen op het privévermogen van een notaris. De gelden op een kwaliteitsrekening zijn geen privébezit van de notaris en mogen niet worden verward met diens eigen vermogen.
- De uitspraak onderstreept het belang van duidelijke regelgeving. Er is binnen de juridische praktijk behoefte aan een heldere richtlijn over de toepassing van de Wwft in executieprocedures.
- Beroepsorganisaties zoals de KNB en KBvG moeten gezamenlijk met het BFT een standpunt innemen. Totdat er een definitief oordeel is over de vraag of notarissen verplicht zijn een Wwft-onderzoek te doen in deze situaties, blijft er onzekerheid in de praktijk.
Wat kunt u doen als u met een vergelijkbare situatie te maken krijgt?
Bent u schuldeiser en heeft u problemen met de uitbetaling van een executieopbrengst? Of bent u een notaris en twijfelt u over uw verplichtingen onder de Wwft? Dan is het essentieel om juridisch advies in te winnen.
Zorgplicht Advocaten is gespecialiseerd in zaken rond beslagleggingen, executieverkoop en de toepassing van de Wwft. Wij helpen u graag met advies en juridische ondersteuning om ervoor te zorgen dat uw rechten worden gewaarborgd. Neem vrijblijvend contact met ons op voor een consult. Wij zorgen ervoor dat u juridisch sterk staat.

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant