
Betrokkene is als accountant in business werkzaam voor holdingvennootschap BV1. De holding heeft de drie werkmaatschappijen BV2, BV3 en BV4 (hierna: groep 1]). Vanaf 2014 is betrokkene voor tweederde van haar dienstverband werkzaamheden gaan verrichten voor het in dat jaar opgerichte BV3. Voor twee cliëntrelaties binnen BV2 verricht zij nog werkzaamheden als relatiemanager. sinds 1 januari 2018 is betrokkene lid van het managementteam van BV1.
Klager is medeoprichter van BV5, deze hield 60% van de aandelen in Inc.1. Deze vennootschap hield 100% van de aandelen in Inc.2. BV2 was samen met A bestuurder van BV5. De jaarrekening 2016 van BV5 is juli opgemaakt door BV2 in de hoedanigheid van directie van de vennootschap. Uit het handelsregister van de KvK blijkt dat de jaarrekening op 2 november 2017 is vastgesteld en op 22 november 2017 bij de KvK is gedeponeerd. Op 12 juni 2019 is BV5 geliquideerd als gevolg van een ontbindingsbesluit van haar aandeelhouders. Klager stelt daardoor schade geleden te hebben.
De klacht
Betrokkene heeft volgens klager gehandeld in strijd met de voor haar geldende gedrags- en beroepsregels omdat in de jaarrekening 2016 van BV5 fouten staan die aan haar kunnen worden verweten. Deze klacht is gebaseerd op de volgende verwijten:
- betrokkene heeft nagelaten eenvoudige controlewerkzaamheden uit te voeren met betrekking tot de in de jaarrekening 2016 van BV5 vermelde deelneming. Inc.2 had volgens klager Inc.1 moeten zijn en directievoering BV2 had volgens klager BV4 moeten zijn;
- betrokkene heeft nagelaten navraag te doen naar een in de jaarrekening gepresenteerde juridische strijd (die er volgens klager niet was) en de daarvoor in rekening gebrachte facturen ten bedrage van USD 35.093.
De beoordeling
Betrokkene stelt niet belast te zijn geweest met de uitvoering van werkzaamheden voor BV5. Hierdoor is zij naar eigen zeggen op geen enkele wijze betrokken geweest bij de samenstellingswerkzaamheden van de jaarrekening 2016.
De Accountantskamer gaat hierin mee. Volgens de Accountantskamer blijkt uit de stukken niet dat betrokkene persoonlijk bij het samenstellen betrokken is geweest of had moeten zijn. Gelet hierop is van verwijtbaar handelen of nalaten van betrokkene in persoon niet gebleken en kan niet worden aangenomen dat betrokkene direct verantwoordelijk gehouden kan worden voor enig nalaten van bij het BV5-dossier betrokken mensen. Ook uit de omstandigheid dat betrokkene controller was voor de groep1 kan niet worden afgeleid dat zij op welke wijze dan ook een verantwoordelijkheid had met betrekking tot de binnen de groep1 voor BV5 uitgevoerde samenstellingswerkzaamheden. De klacht wordt ongegrond verklaard.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant