Consument heeft via haar Adviseur een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. Zij heeft jaarlijks bij Adviseur aangegeven de premie te hoog te vinden. Zij wilde minder premie gaan betalen en heeft uiteindelijk zelf bij de verzekeraar bij wie haar verzekering liep, een andere verzekering (een nieuw in de markt gezet product) gevonden tegen een veel lagere premie. Consument vordert een tegemoetkoming in de teveel door haar betaalde premie. De Commissie heeft de vordering toegwezen. Adviseur wist van dit nieuwe product. Het had naar het oordeel van de Commissie in dit specifieke geval in de rede gelegen dat Adviseur Consument over het nieuwe product zou hebben geïnformeerd en dat hij bij de verzekeraar zou hebben nagevraagd of Consument in aanmerking zou kunnen komen voor dit product.
Downloads
Raadbeslissing. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door als advocaat een cliënt bij te staan in een zaak tegen klager, terwijl hij eerder klager als advocaat had bijgestaan in een zaak waaraan hetzelfde feitencomplex ten grondslag lag. Berisping.
Het handelen als penningsmeester wordt aangemerkt als beroepsmatig handelen en is daarmee aan tuchtrechtspraak onderworpen. Artikel 42, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wab is een restbepaling waaraan kan worden getoetst indien niet kan worden geconcludeerd dat de accountant heeft gehandeld in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Wab waaronder het fundamentele beginsel van professionaliteit.
De Commissie heeft in haar tussenuitspraak GC Kifid, 2019-257 geoordeeld dat de Adviseur zijn zorgplicht geschonden heeft. Partijen zijn na die uitspraak in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de hoogte van de schade. In deze einduitspraak oordeelt de Commissie dat Consument geen schade heeft geleden.
Naar het oordeel van de Raad is niet komen vast te staan dat beklaagden aan klagers voldoende informatie hebben verstrekt om tot een verantwoorde verkoopbeslissing te komen. Beklaagden zijn in hun communicatie met klagers te kort geschoten. Voorts is gebleken dat beklaagden blijkbaar als beleid hebben ernaar te streven om van gegadigden, met wie zij onderhandelen, ook bemiddelingsopdrachten in de wacht te slepen. Dit is op zichzelf toegestaan, maar het is niet wenselijk en vergt grote alertheid van de betrokken makelaar op mogelijke tegenstrijdige belangen. In dit geval is in ieder geval de schijn gewekt dat beklaagden bij hun activiteiten ten behoeve van hun opdrachtgevers hun eigen belangen laten meewegen, hetgeen tot benadeling van hun opdrachtgever kan leiden. De klacht is in zoverre dan ook gegrond.
Consument heeft zich voor hypotheekadvies in verband met de aankoop van een nieuwe woning tot de adviseur gewend. Een gedeelte van de geldlening wordt in de offerte aangemerkt als 'consumptief' en niet als zijne een eigenwoningschuld. Consument heeft diverse keren gevraagd of dit correct was. Achteraf blijkt dat de gehele geldlening als eigenwoningschuld in de zin van box 1 van de inkomstenbelasting mag worden aangemerkt. Na veel inspanningen aan de zijde van Consument heeft de adviseur de belastingdienst gevraagd om de gehele geldlening als eigenwoningschuld aan te merken. De belastingdienst is daarmee akkoord gegaan. De Commissie oordeelt dat de adviseur tekort is geschoten jegens Consument; hij had op de hoogte moeten zijn van het fiscale overgangsrecht. De adviseur dient een gedeelte van de advieskosten terug te betalen.
Voorbeeld van een geval waarin de driejaarstermijn van art. 22 Wtra oud pas aanvangt na voldoende bewustzijn van klager dat betrokkene (mogelijkerwijs) een beroepsfout heeft gemaakt. In de statuten van een stichting is opgenomen dat de jaarstukken vergezeld gaan van een rapport van een registeraccountant omtrent de getrouwheid daarvan. Deze statuten zijn nog in 2016 gewijzigd zonder dat deze bepaling is gewijzigd. Sedertdien mag dit niet anders uitgelegd worden als dat er jaarlijks een rapport met daarin opgenomen een controleverklaring dien te worden opgesteld. Weliswaar mag betrokkene wel een samenstellingsopdracht aanvaarden, maar ten onrechte heeft hij daarin en verklaring over de getrouwheid opgenomen, terwijl hij geen assurancewerkzaamheden heeft verricht. Voorts had hij onder deze omstandigheden moeten kiezen voor de in NVCOS 4410 opgenomen facultatieve samenstellingsverklaring, waarin expliciet is opgenomen dat betrokkene “… geen controle- of beoordelings-werkzaamheden heeft uitgevoerd die hem in staat stellen om een oordeel te geven of een conclusie te trekken met betrekking tot de getrouwheid van de jaarrekening.” Voorts heeft betrokkene in strijd met paragraaf 40e van NVCOS 4410 niet althans onvoldoende het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving geïdentificeerd.Berisping.
Aansprakelijkheid assurantietussenpersoon. Pensioenverzekering. Tekortkoming. Schade. Taak assurantietussenpersoon was het naar behoren informeren van de klant over een van de verzekeraar ontvangen offerte voor een pensioenverzekering. Dat heeft hij niet gedaan door aan de klant mee te delen dat door verzekeraar genoemde (op einddatum polis te verstrekken) pensioenuitkeringen “gegarandeerd” waren terwijl van garantie geen sprake was. Dat levert op een tekortkoming. Van schade is sprake indien de verzekeraar destijds wel een (ander) product bood dat een gegarandeerde pensioenuitkering kende die hoger is dan wat nu wordt uitgekeerd. Bewijsopdracht aan de klant.
Hoewel de accountant niet betrokken was bij het advies dat de relatiebeheerder van zijn kantoor gaf aan een klant, is hij daarvoor als enige kantoorvennoot die ook accountant is vaktechnisch wel verantwoordelijk.
In 2012 heeft Consument via Adviseur zijn lopende hypothecaire geldlening bij de Bank met een Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW) omgezet naar een andere hypothecaire geldlening. Hoewel was afgesproken dat de KEW moest worden behouden, heeft Adviseur dit niet ingevuld op het aanvraagformulier voor de nieuwe hypotheek. De Bank heeft de opdracht, zoals is binnengekomen en aangevraagd via dit formulier uitgevoerd. Correctie van de fout is heden niet meer mogelijk. Consument lijdt schade doordat hij belastingvoordeel misloopt. Consument stelt Adviseur aansprakelijk voor de schade. Commissie oordeelt dat Adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden. De vordering wordt naar redelijkheid toegewezen.
Verzekeringsrecht; taak assurantietussenpersoon; onderverzekering; Redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon, behoort te weten dat er een zeer aanzienlijk verschil kan bestaan tussen de aankoopwaarde en de herbouwwaarde van een pand indien, zoals hier, het een groot kantoorpand betreft dat wordt aangekocht in een periode waarin als gevolg van de financiële crisis de prijzen voor kantoorpanden aanzienlijk waren gedaald en dat pand bovendien nog verbouwd zou gaan worden. Assurantietussenpersoon had behoren te begrijpen dat met het vaststellen van de verzekerde waarde op de aankoopwaarde van het pand, een reëel risico bestond dat het pand in zeer aanzienlijke mate onderverzekerd zou zijn en had daar uitdrukkelijk voor moeten waarschuwen.
Advocaat heeft klaagster niet geïnformeerd over de mogelijke rechtsingangen en de financiële consequenties daarvan. Advocaat heeft onvoldoende overleg gevoerd over de aanpak van de zaak en heeft niet gereageerd op de reactie van klaagster op de conceptdagvaarding. Ook toen heeft de advocaat nagelaten duidelijkheid te scheppen en aan klaagster kenbaar te maken welke keuze hij voorstond en welke redenen daaraan ten grondslag lagen. Advocaat behoort een vonnis met de cliënt te bespreken en de cliënt te adviseren over de kansen in hoger beroep.Gegrond, berisping